Een stukje geschiedenis

Opdorp in een ver verleden

De stichting van de parochie Malderen met inbegrip van Opdorp wordt algemeen gesitueerd rond +/- het jaar 1000 bij de vorming van het oude domeingebeid in de 9° eeuw, aldus schrijft J. Verbesselt in het ‘Parochiewezen in Brabant, deel X’.

Op de Dries stond een middeleeuwse Mariakapel, die op zon- en feestdagen bediend werd door de geestelijkheid van Malderen als parochie-afhankelijkheid.

De oudste vermelding van Opdorp als plaatsnaam gaat terug tot 1238. Toen verkreeg een zekere Joannes Van de Voorde (de Vorda ex Lippelo) de toelating tot de verkoop van twee mudden graan op zijn tiende, die gelegen was in de parochie Malderen, in loca qui dicitur OPPENDORP.

Volgens M. Gijssesling komt deze plaatsnaam van het Germaanse “Uppon” (hoger gelegen) en “Dorpa” (nederzetting).

Beda Regaus vermeldt onder de heren van Opdorp ene Arnoldus de Upendorp.

 

Van kapel tot parochiekerk

Angelina van Marselaer, vrouwe van Opdorp en kloosterzuster, schonk bij testament een aanzienlijk bedrag aan de toenmalige tiendeheffer, de abdij van Affligem, met de opdracht een aanvraag in te dienen voor de parochiale zelfstandigheid en de kapel op de Dries om te bouwen tot parochiekerk onder de aanroeping van de H. Amandus.

De grote werken werden toevertrouwd aan bouwmeester P. Merckaert uit Brussel. In 1732 werd de parochie officieel erkend door de bulle van Paus Clemens XII.

Het bedehuis ondergaat een nieuwe bouwfase, die in 1883 begint onder leiding van architect August Van Assche uit Gent.

De vergroting van de kerk is voltooid in 1888.

In 1956 wordt het gebouw, samen met het omliggende kerkhof en de Dries beschermd als monument en landschap.

Einde 1993 wordt door de firma Woudenberg uit Brugge een aanvang gemaakt met de buitenrestauratie. Plannen en lastenboeken zijn opgemaakt door het architectenbureel van Hugo Deleu uit Gent.

De renovatie van het interieur wordt in 2003 voleindigd door de firma Multidecor uit Kortrijk.

AmandusOpdorp

Zoeken

Dekenaal nieuws