GESCHIEDENIS

Bron: "In geloof verbonden" - Steve De Maeyer, uitgegeven ter gelegenheid van de viering van 100 jaar parochie Sint-Gerardus-Majella in 2005

 

Na eerdere mislukte pogingen van de Opstalse bewoners om een eigen parochie te mogen oprichten, schreef Camiel De Decker, winkelier, op 2 april 1903 een brief aan de bisschop van Gent.

De taal in de brief was duidelijk:

 

Monseigneur,

Ik bevin het als eene Christene plicht U kenbaar te maken dat wij verlangen naar eene kerk te verkrijgen, wij zijn hier in den omtrek van dezen wijk Opstal gemeente Buggenhout een groot aantal in bevolking, verre verwijderd van de parochiale kerk dewelke gebouwd staat omtrent het uiteinde der parochie langs den kant van Opdorp en Malderen.

 De oude en kranke menschen klagen dat zij hunne kristene plichten niet genoegzaam kunnen kwijten, de ouders over hunne kinderen, de meesters en de meesteressen van hunne onderdanen, alle kristene inwoners van dezen omtrek klagen dat de kristene plichten aangaande de kerkelijke diensten hier zoo wankelbarig worden, dat het volk hier allengs met eenen socialistischen bond zou mogen vergeleken worden; honderden menschen verzuimen hier jaarlijks des zondags de H. Mis en andere kristelijke diensten uit die oorzaak.

 Zoodus, Monseigneur, aanzie ik het als eene plicht U den staat waarin wij gedompeld zijn kenbaar te maken. Ik denk toch wel indien er eene kerk moest gebouwd zijn het voorzeker eenen middel is tot eene betere beschaving; eene kerk is hier noodzakelijk volgens het gevoelen in 't algemeen, voor de bevolking van deze omtrek, om tot een goed einde te geraken waarvoor de meesters en de oversten en bijzonder de Herders der zielen die verplicht zijn te zorgen voor zooveel het in hunne macht is volgens de leering van den Oppersten Rechter die er zal over oordelen.

 Denkende, Monseigneur, mijne knagende plichten met dezen gekweten te hebben wegens de Almogenden, met een nader dringend onderzoek te komen afsmeeken ten Uwen twege.

 Noem ik mij nederigen dienaar van Uwe Bisschoppelijke Hoogwaardigheid.

 Camil De Decker

Winkelier nabij den wijk Opstal te Buggenhout

 Buggenhout, den 2 april 1903

 

Het gevolg was dat Opstal vanaf 27 januari 1905 officieel een parochie werd.

Er was nog niet meteen een kerk en ook geen pastoor maar dit was het begin van onze parochie.

Opstal kreeg als patroonheilige Sint-Gerardus-Majella. Rond de periode van de oprichting van de parochie Opstal was de devotie voor deze heilige heel groot. Hij was eind 1904 heilig verklaard en dat lag bij iedereen nog vers in het geheugen. Gerardus-Majella was ook een heilige uit het volk, iemand met sterke principes, die voor velen solidariteit kon opbrengen. Waarschijnlijk sloten deze aspecten goed aan bij het sociaal-religieuze aanvoelen van de Opstalnaars.

Het bisdom duidde Jules Andries, onderpastoor te Zeveneken, aan als eerste pastoor van Opstal. Hij ontving zijn benoemingsbrieven op 2 oktober en reeds op 3 oktober bezocht hij Opstal. De hand aan de ploeg slaan, zeker niet de kat uit de boom kijken, dat was de instelling van pastoor Andries. En veel om van te vertrekken was er niet. Men mocht in volle waarheid zeggen dat er op den Opstal niets gereed was om een nieuwe parochie te beginnen. Hij werd natuurlijk met open armen ontvangen, maar vond toch dat de werkmanswoning in rij niet aan de waardigheid van een priester voldeed en keerde terug naar Zeveneken waar hij het ambt van onderpastoor uitoefende tot 4 juni 1906. Wel werkte hij van daaruit aan de plannen voor de uitbouw van de parochie.

Een eerste vereiste was een lokaal vinden dat voor liturgische diensten gebruikt kon worden. Hij was nog in Zeveneken toen hij, eind 1905, een houten noodkerk kon kopen in Sint Gillis Dendermonde, waar ook een nieuwe kerk werd gebouwd. Rond 21 november 1905 werd deze noodkerk gedemonteerd en in Opstal terug opgetrokken.

De gemeenteraad stond toe de constructie te bouwen op de grond naast de lagere school van Opstal. Die grond had de gemeente gekocht in 1902 om de school uit te breiden. Dat was nog niet gebeurd. De raad zag op tegen de kosten van schooluitbreiding en wou geen gezichtsverlies lijden omdat de nieuwe school, die ze Opstal zo lang geweigerd hadden, meteen ook te klein was.

Als compensatie voor de toegevingen van de gemeente zou de pastoor zelf een school bouwen die tegen oktober 1909 in gebruik zou worden genomen. Hij zou ook tussenkomen in de aankoop van de grond van de pastorij en de bouw van de kerk. Andries kon niet anders dan de gemeenteraad toegeeflijk te zijn, want die zag nog steeds op tegen de kosten die de uitbouw van een nieuwe parochie met zich mee zouden brengen.

Op tweede pinksterdag werd pastoor Jules Andries plechtig aangesteld als eerste pastoor van de parochie Opstal. De installatie gebeurde door de deken van Dendermonde, Van de Fonteyne, in de noodkerk. De Opstalnaars staken een stoet in mekaar en volgens de kronieken van die tijd was er nooit zoveel volk op den Opstal.

Opstal was parochie, had een voorlopige kerk en een pastoor.

 

staatsblad
jules andries
noodkerk
noodkerk 2
praalstoet