Karel Uyttersprot herinnert ons aan de jeugdjaren van halfweg de vorige eeuw, aan de glorietijd waar dit gevierd werd in Denderbelle met een bedevaart naar St.-Cornelius. Dit is vandaag niet meer… maar toch nog goed om eens stil te staan bij een aantal aspecten en meteen ook een oproep om ons religieus erfgoed vast te leggen.

Mijmeringen Belle(ken) Sinksen

Beewegen
Ze staan in het collectieve geheugen gegrift, de beelden en verhalen over de vele duizenden ‘beewegers’ die ieder jaar op Sinksen en tweede Sinksen naar Belle trokken, ter bedevaart naar de H.Cornelius tegen de seskens, of stuipen (1).

Ze kwamen te voet, met de fiets, met paard en kar, met een bus, later met de wagen, van Oudegem, Sint Gillis, Dendermonde, Herdersem, Lebbeke, Buggenhout en van veel verder  massaal naar Belle.

Wij waren 50 – 55 jaar geleden bevoorrechte getuigen. Geboren en getogen in Belle en wonende op het Dorp, eerst in het Kostershuis, nadien op Dorp 8, tussen de Pastorij en De Ster.  Vader Jef Uyttersprot  was er ruim 50 jaar koster en verwoordde deze volkstoeloop in menig gedicht en lied. In de topjaren kwamen vele duizenden bedevaarders naar Belle op deze Sinksendagen.

Sinksenfoor
Op woensdag voor Sinksen liepen wij als kind de foorwagens tegemoet op het Klein Gent en riepen vol vreugde ‘ de barakken zijn daar, de barakken zijn daar’. Twee kindermolens, autoscooter, schietkramen, kramen met snoep , suiker-en speelgoed. In de glorieperiode stonden er op zondag ook andere openluchtkramen met koeken, smoutebollen, taartjes;

De bekendste foorkramer was alleszins de familie Delaet, met een kindermolen en schietkraam. Deze familie zou zowat 120 jaar lang, generatie na generatie de Sinksenfoor kleur geven. Wij herinneren ons nog Jef (+1974), Karel en Marcel Delaet uit Lebbeke.

De molen stond juist voor onze deur. Ons gezin telde (en telt) zeven kinderen.

Kermismolen
Zus Machteld trouwde in de Sinksendagen; hier op de molen. En zag Karel De Laet op het Klein Gent bedevaarders met kinderen afkomen, dan kwam hij ons als kind halen om op de molen te zitten. Een stilstaande molen zonder volk was immers niet attractief. Kinderen op een draaiende molen lokt andere kinderen…

Maar ook de vader en grootvader van Jef stonden reeds in Belle. Evenals hun tante Lucie en nonkel Louis, met suikergoed, speelgoed, snoep, schommel en schietkraam. De kermis duurde toen 8 dagen! Het schietkraam werd uit losse panelen  opgebouwd en hun kinderen sliepen onder de toonbank van het schietkraam.

Offergaven en devotionalia
De eerste beewegers kwamen op Sinksen reeds om 6 u ’s morgens aan, en dit zou zo de ganse dag duren. Vader , koster Jef Uyttersprot, stond in ploegen met de pastoor, de zondagsonderpastoor en leden van de Kerkfabriek, om de bedevaarders de zegen van de H.Cornelius te geven.

Op de trappen van de kerk zaten bedelaars, en zo lieten wij ons vertellen, dat een onder hen zich ’smorgens vroeg met een taxi uit Aalst naar Belle liet brengen.’t Was er blijkbaar op verdiend.

Vroeger nog brachten bedevaarders ook offergaven mee: een konijn, een eend, een kip. Deze werden in een kooi, links naast de ingang van de kerk  aangebracht, en op het einde van de dag verkocht. De centen gingen naar de offerblok van de H. Cornelius.

In de kerk werden, en worden, devote aandenkens verkocht. Uiteraard kaarsen, prentjes en papieren wimpeltjes met de aanbeden heilige.

Plezier
De cafés deden gouden zaken. Voor 1940 waren er op het Dorp van Belle 13 cafés. Nu nog twee. De gezellige taverne Den Tongenslijper, de voormalige café van Boerken (familie Moens) ; en onze voormalige woning Dorp 8, momenteel een succesvolle taverne en brasserie.

Maar in de jaren ’50-’60 was er op Sinksen bij zowat iedereen café op het Dorp. De poorten en opslagplaatsen werden omgebouwd tot gelegenheidscafé, met klapstoelen en klaptafels van de brouwerijen Van Roy, Callebaut, Ekla,…

Beewegen tegen de seskens
En was er in de omliggende gemeenten, of ver daarbuiten een kindje , dat gedurende het jaar de seskens kreeg, dan kwam de vader in allerijl naar Belle. In de Kloosterschool kwam hij bij de zusterkens vragen of er zes jongens of zes meisjes , afhankelijk van het geslacht van het zieke kindje, mee mochten gaan beewegen naar de kerk. Als dank kregen wij een cent. Een beeweg bestond/bestaat uit drie keer biddend rond de kerk te wandelen, en achter de kerk (de Kalvarieberg) even halt te houden. Eens terug in de kerk gaat men 'te zegenen' en doet men een kaars branden ter ere van de H.Cornelius.

Maar die tijd is voorgoed voorbij.
De secularisering, evolutie van de geneeskunde, mobiliteit, de maatschappelijke veranderingen en zovele andere redenen hebben ervoor gezorgd dat de bedevaart jaar na jaar afkalfde. De mensen bleven weg, de cafés zijn (op twee na) verdwenen, de kermisattracties  hebben het moeilijk, …

De kindermolen van de familie Delaet werd enkele jaren geleden verkocht aan Lierenaar Luc Verschueren die de molen vernieuwd heeft en opgefrist. Een nooit eindigende karwei om de molen mooi en attractief te houden. Ondertussen staan er nog een aantal attrakties , een viskraam, een lunapark, en..... uiteraard de paardenmolen.

Een bedevaarttraditie van vele, vele jaren is voorbij. Die tijd komt nooit meer weer.

Toekomst?
Een aantal enthousiaste actievelingen hebben de handen in elkaar geslagen om Belle Sinksen opnieuw op de kaart te zetten. In een andere formule, een ander kleedje. Niet meer gebaseerd op het religieuze van de bedevaarten. Wel gestoeld op gezelligheid en sfeer: biertenten, muzikale optredens, eettenten,….

Het verenigingsleven en horeca zetten hier hun beste beentje voor met: tentoonstellingen, rommelmarkt, pannenkoekenbak, BBQ, muziek, live optredens, vinkenzetting en ziftkaatsen, aperitiefconcert, boekenruil, straatanimatie, petanque,…

Maar ook hier heeft corona, anno2020 en 2021 een stokje voor gestoken.

Religieus erfgoed
Ik ben een pleitbezorger van de bewaring van ons religieus erfgoed. Dit mag niet verloren gaan, het staat dicht bij de mensen. Velen hebben hieraan nog goede herinneringen, anderen kunnen we op de hoogte brengen van dit erfgoed in onze gemeente.

De vele kapelletjes, elk met hun eigen geschiedenis, de historiek van de religieuze gebruiken, onze lokale dichters en componisten, onze religieuzen die boven het korenveld uitstaken en wat betekend hebben op maatschappelijk en religieus vlak, de kunstschatten in onze kerken van Belle, Buggenhout, Lebbeke, Opdorp, Opstal en Wieze, en zoveel meer…
Kan dit niet dichter bij de mensen gebracht worden bv via Kerk en Leven, Facebook, pagina’s op de website.

Kunnen we mensen hun verhalen laten vertellen, misschien in samenwerking met de Heemkringen en de diensten erfgoed van de gemeenten?

Af en toe eens een bepaalde aspecten, zowel materieel als  immaterieel, in de kijker stellen?

Karel Uyttersprot

1. Seskens of stuipen: sommige kinderen krijgen bij hoge koorts last van stuipen. Dit lijkt op een schokkende, epileptische aanval. Deze stuipen worden veroorzaakt door een plotselinge storing in de elektrische functie van de hersenen.

Werd gepubliceerd in Editie: 2172 – Kerk en Leven Lebbeke en Editie: 2045 – Kerk en Leven Buggenhout. Week: 20 (nummer van woensdag 19 mei 2021)

 

Denderbelle - 1987 St Corneliuslied tekst en muziek Jef Uyttersprot
Denderbelle - foto 1918
Denderbelle-Vaandel kerk
Denderbelle - St. Cornelius - foto: Geert Heyvaert